Afspraak in
uw tuin?
KLIK HIER

 

20 Tips voor een beplantingsplan voor uw tuin

Een duurzaam beplantingsplan is niet snel gemaakt. Hierbij geven wij u 20 tips voor een goed beplantingsplan voor uw tuin. Er zijn vele factoren waarmee rekening gehouden dient te worden als u een duurzaam beplantingsplan wilt maken. Wat verstaan we onder een duurzaam beplantingsplan? Hieronder vermelden wij een aantal tips beplantingsplan tuin voor u.

Bij een duurzaam beplantingsplan worden die planten gebruikt welke zich op de toebedeelde plaats goed kunnen ontwikkelen. Hiervoor moet u dus wel kennis hebben van deze toebedeelde plaats. Een goed belantingsplan begint met kennis van de fundering, de bodem. Maar voordat u begint om in plantjes te denken begin eerst met uw tuin te definiëren.

Welke sfeer dienen de planten op te roepen? Welke functies dient de beplanting te krijgen? Wat zijn de eigenschappen van de plek? Houdt u van kleuren of meer van structuren? Grootbladig of kleinbladig? Dient de beplanting verschillende plekken te definiëren en op welke wijze? Moet de beplanting zorgen voor privacy of liever filtering van doorzichten? Op welke wijze dient de beplanting de zicht- en looplijnen te begeleiden? Wat is uw favoriete seizoen? Het voorjaar met fris uitlopend blad of toch de herfst met de vele herfstkleuren? Hierin zijn grote verschillen van de soort beplanting en ook nog eens de verschillende variëteiten. Maar laten we beginnen met de eerste 20 tips of aandachtspunten.

TIP 1  De bodem

Iedere tuin heeft een bodem. De aanwezige bodem is sterk bepalend welke planten daar goed op kunnen groeien. Maar voor iedere bodem geldt dat een bodem met een slechte structuur u veel werk zal geven. Niet alleen door ongewenste plantengroei, zoals heermoes of paardenstaart. Maar ook de gewenste plantengroei doet het slecht als er geen goede doorwatering is. De kans dat plantenwortels gaan verrotten is sterk aanwezig. Dit openbaart zich vaak enkele jaren na de tuinaanleg en ondertussen heeft u veel werk gehad en dode planten moeten vervangen. Dat is niet de bedoeling bij een duurzame tuin.

In Nederland zijn er grofweg de volgende bodemtypes aanwezig:

  • Kleigronden, onstaan uit rivier- of zeeklei.
  • Zandgronden en een mening tussen zand en klei.
  • Veengronden of venige gronden.

De kleigronden zijn meestal kalkrijk en zand- en veengronden zijn veelal zuur. De zuurgraad van een bodem wordt in pH aangegeven. De zuurgraad (pH) van de bodem is belangrijk omdat voor elke plantensoort een optimum geldt. De zuurgraad wordt beïnvloed door het kalkgehalte van de grond. Zand en veengronden zijn in het algemeen zuurder (pH van 4,5 tot 5,6) dan kleigronden (pH hoger dan 6,7). Voor meer informatie klik hier en lees verder bij Goed Bodem Beheer.                     

TIP 2   Bemesting

Een goede tuingrond is goed doorgespit, heeft een goed doorwortelbare structuur en heeft de nodige voedingsstoffen voor planten en er is een rijk bodemleven. Vooral dit bodemleven is van groot belang voor uw tuinplanten. Deze zetten de voedingsstoffen voor de planten om in opneembare elementen. De bodemleven bestaat uit schimmels, protozoën, nematoden, springstaartjes, mijten, enchytraëen, duizenpoten, insecten, spinnen, verschillende soorten wormen, mollen e.a.

Afhankelijk van de aanwezige bodem adviseren wij vaak producten van Heicom. Deze leverancier is gespecialiseerd in verschillende producten voor uw tuin.

Afhankelijk van welke bodem, zuurgraad en toe te passen beplanting adviseren wij u. Ook de tips beplantingsplan tuin helpen u om zelf beplanting aan te kopen. Een goede bodem is onontbeerlijk voor tips beplantingsplan tuin.

TIP 3  Zon of schaduw

Net zoals iedere tuin een bodem heeft, zo heeft iedere tuin in meer of mindere mate schaduw. Er zijn vele gradaties van zon en schaduw. Een tuin pal op het zuiden zal de hele dag in de zon liggen. Een tuin op het oosten heeft met name de ochtendzon en een tuin op het noorden zal grotendeels in de schaduw liggen (tenminste bij een kleine stadstuin).

Schaduw van een gebouw is heel wat anders dan schaduw onder een boom. Daarnaast hangt het ook af van wat voor soort boom er staat. Schaduw van een gebouw is 100% terwijl een boom het licht filterd en als er geen blad aan de boom zit er voldoende zon onder de boom komt. Ook dit is van belang bij het bepalen welk soort plant er onder kan groeien. De voorjaarsbloeiende beplanting zal veelal schaduw van een boom kunnen verdragen.

Het assortiment beplanting voor schaduw en droogte is zeer beperkt. Bij de combinatie schaduw en vochtig is veel meer mogelijk. Zorg dus voor een hoog organisch gehalte van de bodem opdat er goed water wordt vastgehouden.

TIP 4  Droog of nat

Een bodem met voldoende organische stof zal meer water/vocht kunnen vasthouden dan een bodem met weinig organische stof. Daarnaast zal een kleigrond beter water vasthouden dan een zandgrond. Hou hier rekening mee qua beplanting. De ene plant houdt van een vochtige bodem en de ander juist van een droge bodem.

Planten die op een droge grond en vol op de zon groeien zonder al te veel waterbehoefte zijn vaak grijsbladig.

TIP 5  Winterbeeld

Denk ook aan het winterbeeld van uw tuin. Dat wil niet zeggen allemaal of veel groenblijvende planten. Sommige uitgebloeide planten geven ook in de winter een leuke structuur aan de tuin, denk maar aan de hortensia's. De uitgebloeide bloemen blijven lang aan de plant zitten evenals sommige siergrassen die in 's winters structuur aan uw tuin geven. Een combinatie van groenblijvend en een opvallende bloem is de Camelia.

Naast blad en bloem kunt u ook denken aan bessen. Veel beshoudende bomen en heesters lokken vogels naar uw tuin.

TIP 6  Geuren

Sommige planten geuren erg sterk. U kunt dat een prettige geur vinden of juist vervelend. Hou hier rekening mee. U kunt geweldige geuren in uw tuin krijgen van de winter tot 20diep in de hersft. In de winter zorgt de Sarcococca humilis 'Winter Gem' voor een sterke zoete geur. In het voorjaar de lage phlox divaricata 'Clouds of Perfume', de naam zegthet al. In de zomer de welbekende kamperfoelies (sommige geuren vrijwel niet), lavendel en zo zijn er nog veel meer. In de herfst denk aan verschillende soorten Viburnum. Kortom keuze volop.

TIP 7  Kleuren

Over toepassing van kleuren zijn boeken vol geschreven. Onze persoonlijke overtuiging is dat natuurlijke kleuren niet vloeken. Natuurlijk kunt u voorkeuren hebben, daar kunt u rekening mee houden. U kunt kiezen voor een mix van kleuren of liever een tuin met een bepaald kleuren spectrum zoals pasteltinten. Of heeft u liever actieve kleuren zoals rood-geel en oranje. Of ton-sur ton, of juist in één kleur een witte tuin of liever een gele tuin?

Denk naast bloemkleuren vooral ook aan bladkleuren en tinten. De ene plant heeft donkergroen blad en de ander juist lichtgroen. Als het een schaduwplek is dan geeft lichtgroen blad vaak een mooi effect. Bedenk dat bladeren veelal langer aan de plant zitten dan bloemen en dus langer effect geven in de border(s).

TIP  8  Expansiedrift

Sommige vaste planten zijn binnen 3 jaar volwassen en anderen doen er vijf jaar of langer over. De ene plant begroeit binnen 2-3 jaar een ruimte van een halve vierkante meter, de andere plant doet daar 5-6 jaar over of zal dit nooit doen. Zorg ervoor dat u planten toepast met een evenredige groeikracht. Zo voorkomt u dat de ene plant de andere binnen no time zal overgroeien.

TIP 9  Opbouw van de border voor tips beplantingsplan tuin

Vaak wordt aangegeven dat de opbouw van een border begint met lage planten en daarna de wat hogere. Dat kan maar hoeft zeker niet. Het kan toch super leuk zijn om tussen bloeiende vaste planten te lopen die 150-200 cm. hoog worden. De bloemen zitten dan vaak op neus en oog hoogte, optimaal genieten. Zorg er wel voor dat het stevige planten zijn die niet omvallen na een wind of regenbui.

Lage planten vooraan en hogere achteraan. Dat is vaak logisch maar vanwaaruit beleeft u uw tuin het meeste? Dat is in Nederland toch vaak vanuit de woning. Nu kan het zijn dat u dan hogere planten langs een pad zet en de lagere daarachter. Vanuit het pad ziet u dan even wat minder wat daarachter groeit en bloeit maar vanuit de woning kan u een omgekeer zicht op de border hebben.

TIP 10  Zichtlijnen

Als u een vaste planen border heeft is het vaak het mooiste als deze in het verlengde ligt van de hoofdzichtlijn. Dan vallen eventuele kale plekken minder op. Ook kunt u een border opbouwen van voorjaar naar herfst. Het voorjaar vooraan en de herfst achteraan. of u kiest voor een bepaalde periode van de hoofdbloei zo van juni tot september.

Andere tips beplantingsplan tuin is dat het kan ook spannend kan zijn om de border juist haaks op de zichtlijn te plaatsen. Deze border dan met wat transparantie planten te beplanten zodat er wel enige doorkijk is.

TIP 11  Van bomen tot bollen

Het assortiment waar wij als tuin- en landschapsontwerpers uit kunnen putten zijn duizende planten, van bol tot boom. Bomen geven in kleine tuinen soms aanleiding tot gedoe met de buren. Zorg dus altijd dat dit in overleg met buren gebeurt, ten minste als de boom binnen de 2 meter van de erfgrens komt te staan. Er zijn zoveel soorten bomen en zoveel vormen van kleine bomen van 6-7 meter tot bomen van 20 meter en hoger. Die laatste zouden we niet willen toepassen in een stadstuin.

Bomen

Bij de keuze van een boom kijk dan wat u belangrijk vindt. Schaduw gevend of juist zonlicht filteren? Bladvorm of bladkleur? Kan de boom verharding verdragen aan de wortels? Wilt u een meerstammige boom of liever een stam met daarop het bladerdek? Wilt u van de boom kunnen eten zoals een walnotenboom, een vijgenboom of appelboom?

Heesters

Na de bomen komt de struikachtige laag, de heesters. Dit kunnen groenblijvende heesters zijn, besdragende, bloemheesters, vulheesters of randheesters. Heesters zijn er vanaf 20 cm. tot 6-7 meter. Van kruipende, bodembedekkende Cotoneasters of Amerikaanse sering tot hazelaar of krentenboom.

Vaste planten

Na de heesters komen de kruidachtige of vaste planten eenjarigen en tweejarigen. De groeihoogte hiervan ligt tussen de 5 cm. en 300 cm. Sommige vaste planten kunt u prima toepassen als bodembedekkende planten, zoals sommige Geranium soorten.Het combineren van vaste planten en een- en tweejarigen is lastig. Want de eenjarigen exploderen in het voorjaar en hebben een enorme groeikracht. Bij jonge aanplant zullen ze de vaste planten overgroeien en dat is niet de bedoeling.

Bollen en knollen

Na de kruidachtige komen als laatste de bollen en knollen. Vaak bekend van de crocus in de winter en de dahlia in de zomer. Er zijn ook bolgewassen die in de hersft bloeien, zoals de Cyclamen. Sommige bollen kunt u prima laten zitten en die verwilderen en komen ieder jaar weer terug. Andere kunt u beter in de herfst rooien, vorstvrij bewaren en in de herfst of het voorjaar weer uitplanten. Net wat u wilt.

Klimplanten

Zouden we bijna de klimplanten vergeten. Een heel assortiment van wintergroen tot zomerbloeiend. Sommige klimplanten klimmen zelf en anderen niet, dat zijn dan leiplanten, zoals rozen. Geurende klimplanten, klimplanten die niet hoger worden dan 2 meter en anderen die met gemak de 12 meter halen. Er zijn ook wintergroene en voorjaarsbloeiende Clematissen, is weer eens wat anders dan de klimop waar veel tuinen vol mee staan, gaat zo lekker snel.

Siergrassen & bamboes

Naast klimplanten zijn er natuurlijk nog wat groepen planten voor in uw tuin. We noemen de siergrassen, van 25 cm. tot 300 cm. groenblijvers en bladverliezende. Bloeiende en niet bloeiende. Bamboes is ook een groep waar vaak wat mis gaat als de woekerende bamboe soort wordt toegepast in plaats van de polvormers. Tips beplantingsplan tuin is dat u bij de woekerende bamboe wortelbeschermers aanbrengt en deze jaarlijks controleert.

TIP 12  Eten uit uw tuin

Wat is er leuker en gezonder dan eten uit eigen tuin? Als u een border ontwerpt/bedenkt dank dan ook eens aan eetbare bloemen, keukenkruiden tussen de vaste planten. Als heesters de aalbessen of eten van een leiplant zoals de doornloze braam of de lekkere framboos?

TIP 13  Duurzame planten

Wat verstaan we hieronder? Dit zijn planten met een lang leven en planten die tegen een stootje kunnen qua droogte en vocht. Sommige planten kunnen heel goed tegen lange periodes van droogte, andere planten verdragen dit nog geen week. Soms kan een deel van de tuin een tijdje erg nat zijn, zoals in de winter. Dan kan het in de zomer daar weer erg droog zijn. Niet iedere plant kan daar tegen, sommigen wel let daar dus op.

TIP 14  Biologisch gekweekte planten

Tips beplantingsplan tuin is het volgende; heeft u dat ook wel eens meegemaakt, je koopt een (vaste)plant bij een tuincentrum maar die komt het jaar daarop niet meer terug. Dat zijn vaak planten die snel zijn opgekweekt en ook weer snel dood gaan. Er zijn in Nederland een aantal biologische kwekers. Dan kost een plant vaak iets meer maar op den duur is het goedkoper want je hoeft niet te vervangen.

TIP 15  Gestekt of gezaaid

Het maakt qua prijs behoorlijk uit of een plant is gestekt of gezaaid. Een gestekte plant is soort en variëteit echt en je kan er dan vanuit gaan dat de planten vrij gelijkvormig zijn. Gezaaide planten kan ook maar daar van weet je niet hoe deze zich gaan ontwikkelen en hoe lang ze zullen leven. Ons advies is koop gestekte planten bij een biologische kweker. Kost wat maar dan heb je ook wat.

TIP 16  Biodiversiteit

Wilt u met uw tuin bijdragen aan de biodiversiteit in ons land, kies dan planten met een hoge toegevoegde waarde. Hierbij denkende aan waardplanten voor vlinders. Vogellokkende beplanting voor voer en nestelgelegenheid. Denk aan bijen hommels en meer. Mer informatie download hier het boekje biodiversiteit in tuin en plantsoen.

TIP 17  Functionaliteit

Bedenk ook goed welke functie uw beplanting dient te gaan vervullen. Is dat privacy gevend, eetbaar, mens en dier werend, kleuren, geuren, onderhoudsintensiteit, strak, weelderig of....

TIP 18  Habitus of verschijningsvorm

 Als vormgevers vinden wij de habitus of verschijningsvorm van een plant erg belangrijk. Een bloemetje is leuk maar wat voor bloem? Een aarbloeier of juist schermbloeiend, trosvormig of juist als een pluim, horizontale of verticale bloemvorm? Alleen schermbloeiers is saai, alleen aarbloeiers ook, een combinatie maakt het vaak spannend.

De habitus van een appelboom is heel anders dan die van een perenboom. Een Cersis heel anders dan die van een Malus. Een meerstammige boom of liever een parasolvormige groei? Vaasvormig of omgekeerd vaasvormig of liever ovaal?

TIP 19  Giftig of niet?

 Sommige planten zijn giftig voor mens en dier en sommige planten zijn niet zo vriendelijk voor andere planten. Als u kleine kinderen heeft dan kunt u wellicht beter geen gouden regen boom in uw tuin zetten. Als u vee of paarden heeft lopen dan weet u dat u geen Taxus nabij de weide moet zetten waarbij de kans aanwezig is dat dieren er van gaan eten.

TIP 20  Hulp?

Vindt u het leuk om zelf een beplantingsplan te maken voor uw tuin dan hopen we dat u met bovenstaande tips een weloverwogen plan kan opstellen. Het is gewoon erg leuk om dit zelf te doen, als u dat leuk vindt en daar de tijd voor heeft.

Geen tijd en geen zin? Dan adviseren wij u om een vakman of vakvrouw in te schakelen. Bij voorkeur ons natuurlijk maar er zijn nog wel een paar kundige mensen in Nederland die dit ook kunnen en soms nog beter als ons. We doen dit werk al ruim 40 jaar en nog leren we ieder jaar bij. Het houdt nooit op, zo leuk.

Als laatste geven wij u enkele toetsingscriteria mee om zelf toe te passen of het plan van anderen aan te toetsen.

Toetsingscriteria voor een goed beplantingsplan

  1. De beplanting dient te gewenste sfeer of thema te ondersteunen. Een strakke desgin tuin kan er gekozen worden voor een modern design met weelderige beplanting als contrast. Of er kan gekozen worden om de beplanting te selecteren op habitus (of verschijningsvorm).
  2. De gekozen beplanting houdt rekening met de onderlinge expansiedrift. De ene plant zal sneller tot wasdom komen dan de andere. Bijvoorbeeld een pioenroos heeft enkele jaren nodig om tot wasdom te komen. Kattekruid is een snel groeiende vaste plant en zal de bodem snel kunnen gaan bedekken. Alleen wat doe je dan als u van pioenrozen houdt en toch minimaal tijd heeft om uw tuin te onderhouden? Dan passen we (kort levende) bodembedekkende vaste planten toe, die snel de bodem kunnen gaan bedekken. Na enige jaren zijn de pioenrozen groot en zal de bodembedekkende plant afsterven.
  3. Voldoende (vaste) planten per vierkante meter. Niet te veel maar zeker niet te weinig. Afhankelijk van de soort worden veelal tussen de 7 en 11 stuks vaste planten per vierkante meter geplant. Hoe dan met een heester die klein begint en pas over 5 jaar zijn wenselijke afmetingen heeft? Dan planten we daar tijdelijk lage (bodembedekkende) heesters onder zoals Deutzia gracilis 'Nikko'. Die kan ook prima blijven staan of anders wat dunnen na een paar jaar.

Wilt u meer weten of een afspraak maken? U kunt mij iedere werkdag tussen 09:00 en 17:00 uur bellen mijn persoonlijke nummer is 06 - 53 250 362, ik sta u graag te woord. Ook voor tips beplantingsplan tuin. Als u mij mailt reageer ik binnen 2 werkdagen.

Graag tot horens en/of ziens,

ing. Alexander Bijl
tuin- en landschapsontwerper

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Altijd bij u in de buurt